
Inhoud synchroniseren, ophalen
of verzenden
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van
de volgende opties om een nieuwe overdracht te
starten, afhankelijk van het model van het andere
apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere
apparaat synchronisatie ondersteunt. De
synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een
item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het
ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde
items niet terugzetten via een synchronisatie.
om informatie van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen worden
gegevens van het andere apparaat naar uw
apparaat gedownload. U wordt mogelijk gevraagd
om de oorspronkelijke gegevens op het andere
apparaat te houden of te verwijderen, afhankelijk
van het model van het apparaat.
om gegevens van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
21
Het apparaat

Als
Overdracht
een item niet kan overdragen,
afhankelijk van het type van het andere apparaat,
kunt u het item toevoegen aan de
Nokia-map
(E:
\Data\Nokia of E:\Data\Nokia) en vanuit die map
overbrengen. Wanneer u de map selecteert
waarnaar een item moet worden overgebracht,
worden de items in de bijbehorende map in het
andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een
snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een
snelkoppeling met de instellingen voor de
overdracht in de hoofdweergave opslaan om
dezelfde overdracht later te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer
Opties
>
Snelkoppellingsinstllngn
om de
snelkoppeling te bewerken. U kunt de
snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of
deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een
overdrachtslogbestand weergegeven. Blader naar
een snelkoppeling in de hoofdweergave en
selecteer
Opties
>
Log bekijken
om het
logbestand van een vorige overdracht te bekijken.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht
op beide apparaten is bewerkt, probeert het
apparaat de wijzigingen automatisch samen te
voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake
van een overdrachtsconflict. Selecteer
1 voor 1
controleren
,
Prioriteit deze telefoon
of
Priorit.
andere telefoon
om het conflict op te lossen.
Selecteer
Opties
>
Help
voor verdere instructies.