
Toegangspunten voor packet-gegevens
Druk op
en selecteer
Instrumenten
>
Instell.
>
Verbinding
>
Toegangspunten
>
Opties
>
Bewerken
of
Nieuw toegangspunt
.
Volg de instructies van de serviceprovider.
●
Naam toegangspunt
— U krijgt de naam van
het toegangspunt van de serviceprovider.
●
Gebruikersnaam
— De gebruikersnaam kan
nodig zijn bij het maken van een
gegevensverbinding en wordt doorgaans
verstrekt door de serviceprovider.
●
Vraag om wachtw.
— Selecteer
Ja
als u bij
aanmelding op de server telkens een nieuw
wachtwoord moet invoeren of als u het
wachtwoord niet in het apparaat wilt opslaan.
●
Wachtwoord
— Een wachtwoord kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en
wordt doorgaans verstrekt door de
serviceprovider.
●
Verificatie
— Selecteer
Beveiligd
om uw
wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden of
Normaal
om uw wachtwoord indien mogelijk
gecodeerd te verzenden.
●
Homepage
— Voer het webadres of het adres
van de multimediaberichtencentrale in,
afhankelijk van het toegangspunt dat u instelt.
Selecteer
Opties
>
Geavanc. instell.
als u de
volgende instellingen wilt wijzigen:
●
Netwerktype
— Selecteer het
internetprotocoltype om gegevens over te
dragen van en naar het apparaat. De andere
instellingen zijn afhankelijk van het
geselecteerde netwerktype.
●
IP-adres telefoon
(alleen voor IPV4) — Voer het
IP-adres van het apparaat in.
●
DNS-adres
— Voer de IP-adressen van de
primaire en secundaire DNS-servers in als uw
176
Instellingen

serviceprovider deze vereist. Neem voor deze
adressen contact op met uw internetprovider.
●
Proxyserveradres
— Voer het adres van de
proxyserver in.
●
Proxypoortnummer
— Voer het poortnummer
van de proxyserver in.