Spraakopdrachten
Druk op
en selecteer
Instrumenten
>
Hulpprogr.
>
Spraakopdr.
.
U kunt het apparaat besturen met behulp van
uitgebreide spraakopdrachten.
Zie
'Spraakoproepen', p. 139.
Als u uitgebreide spraakopdrachten voor het
starten van toepassingen en profielen wilt
activeren, moet u de toepassing Spraakopdrachten
en de map
Profielen
openen. Het apparaat maakt
spraaklabels voor de toepassingen en profielen. Als
u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken,
houdt u de rechterselectietoets ingedrukt in de
stand-by modus en spreekt u de spraakopdracht in.
De spraakopdracht is de naam van de toepassing of
het profiel in de lijst.
Als u meer toepassingen wilt toevoegen aan de lijst,
selecteert u
Opties
>
Nieuwe toepassing
in de
hoofdweergave van Spraakopdrachten. Als u een
tweede spraakopdracht wilt toevoegen waarmee u
de toepassing kunt starten, selecteert u
Opties
>
Opdracht wijzigen
en voert u de nieuwe
spraakopdracht als tekst in. Vermijd heel korte
namen, afkortingen en acroniemen.
Selecteer
Opties
>
Afspelen
als u het
samengestelde spraaklabel wilt beluisteren.
Selecteer
Opties
>
Instellingen
als u instellingen
voor spraakopdrachten wilt wijzigen. Selecteer
Synthesizer
>
Uit
als u de synthesizer wilt
uitschakelen waarmee de herkende spraaklabels en
opdrachten in de geselecteerde apparaattaal
worden afgespeeld. Selecteer
Spraakaanp.
verwijderen
als u het leren van spraakherkenning
opnieuw wilt instellen, bijvoorbeeld wanneer de
hoofdgebruiker van het apparaat is veranderd.